Yvonne Brill stuurde op twaalfjarige leeftijd brutaalweg een bundel gedichten naar Michel van de Plas. Als antwoord kreeg ze: ‘Blijf schrijven, jouw werk doet me denken aan mijn eigen jeugdprobeersels.’ Ze is aan de Kunstnijverheidsschool in Amsterdam en in Haarlem opgeleid tot reclametekenares. Ze schreef haar eerste sprookjes, die door de toen nog onbekende Jos Brink op de plaat werden gezet. Een tijdje later ging ze in dienst bij een uitgeverij en kon ze van dichtbij zien hoe goede kinderboeken van slechte worden onderscheiden. Na haar verhuizing naar Drenthe kreeg ze spoedig de eerste opdracht in de vorm van een serie boeken voor ‘eersteklassers’, acht delen van de serie ‘Rob en Rieneke’. Haar doorbraak kwam bij uitgeverij Kluitman: ‘Clowntje Anders’, negen delen, ‘Bianca’ voor iedere tiener die van paarden houdt, ‘Mieke en Meta’ over een muzikale tweeling, ‘Pien en Paula’ over twee goede vriendinnen, ‘Jella, het veulen’, ‘Vijf meisjes op trektocht’ en ‘Twee jongens’ een serie die ze samen met haar echtgenoot schreef onder het pseudoniem Jaap Helder. Yvonne werkt ook als freelance portretschilderes en illustratrice en verzorgt de illustraties van haar eigen boeken.